
Rabarberchutney
Rabarberchutney is een heerlijk zoetzuur bijgerecht dat perfect past bij gegrild vlees, oude kaas of een Indiase curry. De frisheid van rabarber combineert prachtig met de warmte van specerijen en het zachte zoet van rozijnen en appel. Deze chutney is een traditionele manier om de lenteoogst langer houdbaar te maken en een smaakvolle twist aan je gerechten te geven.
Voorbereiding: 15 min
Bereiding: 60 min
Ingrediënten:
Voor 2 potten van ca. 300 ml
- 500 gram rabarber
- 1 rode ui
- 1 appel (bijv. Elstar)
- 100 gram rozijnen
- 200 ml appelciderazijn
- 150 gram rietsuiker
- 1 theelepel mosterdzaad
- 1 theelepel gemalen gember
- 1 theelepel kaneel
- Chilivlokken (naar smaak)
- 1theelepel zout
Voorbereiding:
- Snij de rabarber in stukjes van 1 cm
- Pel de ui en snipper deze fijn
- Schil de appel en snij deze in blokjes
Bereidingswijze:
- Doe alle ingrediënten in een ruime pan met dikke bodem.
- Breng op middelhoog vuur aan de kook, roer regelmatig tot de suiker is opgelost.
- Zet het vuur laag en laat de chutney 45-60 minuten zachtjes pruttelen. Roer af en toe. De chutney is klaar als hij ingedikt is en de rabarber uit elkaar is gevallen.
- Proef en voeg eventueel extra zout of suiker toe naar smaak.
- Schep de hete chutney in gesteriliseerde potten en sluit direct af. Laat afkoelen en bewaar op een koele, donkere plek. Na openen in de koelkast bewaren.
Tip:
Laat de chutney minstens een week rusten voor je hem gebruikt – dan zijn de smaken mooi ingetrokken. Heerlijk bij een kaasplankje of als pittige toets bij geroosterd lamsvlees.